Skip to main content

Verschenen in Mr. Magazine nr. 4
Het Nederlands Genootschap Bedrijfsjuristen (NGB) wijzigde onlangs haar statuten waardoor ook bedrijfsjuristen zonder vast contract lid kunnen worden. Een handreiking voor de grote groep bedrijfsjuristen die als oproepkracht voor meerdere bedrijven juridisch werk verricht. Nu bedrijven steeds minder waarde lijken te hechten aan het soort dienstbetrekking, wordt de flexibele schil ook steeds diverser van aard. Waaraan moet een goede interim-bedrijfsjurist tegenwoordig aan voldoen en aan welk type bedrijfsjurist is het meeste behoefte? Mr. dook in de ‘interim’-wereld en ging in gesprek met een aantal specialisten uit het veld.

Het Nederlands Genootschap Bedrijfsjuristen (NGB) wijzigde onlangs haar statuten waardoor ook bedrijfsjuristen zonder vast contract lid kunnen worden. Een handreiking voor de grote groep bedrijfsjuristen die als oproepkracht voor meerdere bedrijven juridisch werk verricht. Nu bedrijven steeds minder waarde lijken te hechten aan het soort dienstbetrekking, wordt de flexibele schil ook steeds diverser van aard. Waaraan moet een goede interim-bedrijfsjurist tegenwoordig aan voldoen en aan welk type bedrijfsjurist is het meeste behoefte? Mr. dook in de ‘interim’-wereld en ging in gesprek met een aantal specialisten uit het veld.
Het besluit van het NGB kwam volgens voorzitter Arnold Brakel bepaald niet uit de lucht vallen: door de aanhoudende flexibilisering van de arbeidsmarkt valt de groep zelfstandige juristen zonder personeel (ZZP-ers), die in grote lijnen hetzelfde werk doen als de vaste krachten, niet meer te negeren. Brakel: “Het CBS berekende het aantal ZZP’ers eind 2016 op 1 miljoen, waarvan 40% hoger opgeleid is. Bij financiële instellingen ligt het aantal flexibele krachten momenteel rond de 10.000. Wij erkennen dat er veel juristen op deze manier werkzaam zijn en die willen we graag toegang geven tot het NGB en onze opleidingen. Net als bedrijfsjuristen die bij organisaties zonder winstoogmerk werken trouwens, die zijn sinds kort ook welkom.”

Brakel stelt dat de flexibilisering van de juridische arbeidsmarkt bij bedrijven begonnen is, en de afgelopen jaren pas in de advocatuur is uitgerold. “Grote bedrijven en multinationals vullen hun juridisch werk al jaren relatief flexibel in, met bijvoorbeeld een inhouse juridische afdeling, externe advocaten voor het superspecialisme en interim-bedrijfsjuristen voor de piekbelasting, zoals implementatie van nieuwe wetgeving binnen een organisatie. Ik kan moeilijk inschatten hoe groot de flexibele schil van bedrijfsjuristen in Nederland is, maar we kunnen waarschijnlijk wel rekenen op een significante uitbreiding van het ledenaantal.”

Eén van die potentiele nieuwe leden is Gabrielle de Vries, jurist arbeidsrecht en ruim tien jaar actief als ZZP-er en in die tijd werkzaam voor bedrijven als Philips, ASML en NXP. De Vries voelt zichzelf wel degelijk bedrijfsjurist, mede door de relatief lange duur van haar opdrachten, maar profiteert toch van de relatieve vrijheid van eigen ondernemerschap. “Vanaf dag één voelde het ZZP-schap erg prettig aan”, aldus De Vries. “Als interimmer ben ik altijd in staat geweest bijzonder leuk en interessant werk naar me toe te trekken. Ik word betrokken bij omvangrijke arbeidsrechtelijke vraagstukken, van grote reorganisaties tot bezwaarcommisies voor personeel en performance workshops voor managers. Omdat ik altijd voor een paar grote klanten heb gewerkt bouw ik een dossier op en word ik nauw betrokken bij de business, maar de afwisseling is wel erg prettig en ik werk veel vanuit huis, hetgeen een gevoel van vrijheid geeft. Je staat als interim-bedrijfsjurist veel meer aan de basis van juridische processen dan als externe advocaat en hoort in die zin eerder bij het bedrijf. Het flexibele karakter kent echter ook een keerzijde. Projecten zijn altijd eindig en het echte beleidsmatige werk wordt toch door de vaste werknemers bedacht.”

Bovendien wordt het er door de nieuwe Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) niet bepaald makkelijker op voor ZZP’ers. De wet, inmiddels uitgesteld tot 2018, wil schijnzelfstandigheid uit de flexibele arbeidsmarkt filteren door werknemers en werkgevers met een overduidelijke arbeidsrelatie te beboeten. “Een idiote regeling, waar veel bedrijven mee worstelen en ZZP’ers veel last van ondervinden”, aldus De Vries. “In de praktijk is de wet DBA onuitvoerbaar: zo wordt als toets gekeken naar de inhuurperiode van een ZZP’er, maar wat is een redelijke termijn om een interim-bedrijfsjurist in te huren als deze soms jarenlang voor piekbelasting wordt ingezet? Heel veel mensen zoals ik hebben bewust gekozen voor de zelfstandigheid en willen helemaal niet in loondienst treden. Die wet rammelt aan alle kanten.”

Regien Haarbosch, consultant bij werving & selectie- en consultancybureau Voxius, merkt eveneens dat de Wet DBA voor onrust op de markt heeft gezorgd. “Ondernemingen zien ineens beren op de weg die er helemaal niet hoeven te zijn. De Wet DBA is feitelijk niet veel meer dan een strenger toezicht op de regels die al golden .Bedrijven zetten al vele jaren zzp’ers in, die in sommige gevallen inderdaad in een soort werknemerschapsrol zijn terechtgekomen, inclusief vaste werktijden op locatie, teamoverleg en een kerstpakket. Dat is natuurlijk niet waar de fiscale tegemoetkoming voor zelfstandige ondernemers voor bedoeld is. De Wet DBA beoogt (vaak langlopende) interim-opdrachten die zich onvoldoende onderscheiden van werknemerschap in te perken. Maar nu de inhurende opdrachtgever zich ook echt aan afspraken moet gaan houden die al veel langer gelden, onstaat er kramp in de markt en de echte ZZP’ers zijn daar de de dupe van.”

In Nederland kunnen de effecten desastreus zijn, aangezien het aandeel flexibele juristen op hoog niveau zeer hoog is. Waar de flexibele schil in de advocatuur pas de laatste jaren is opgekomen, is interim-support op seniorniveau in het bedrijfsleven al sinds halverwege jaren ’90 in zwang. Voxius-partner Hielke Bruin: “In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zie je ook flexibele schillen, maar meer op niveau van structurele paralegal support of bij omvangrijke class action litigations. In Nederland is die markt echt volwassen. Wij hebben contact met ongeveer 1000 interim-juristen, maar we werken vooral met een veel kleinere groep van 50 tot 75 juristen die we écht goed vinden. De beoordeling van goede interimmers gaat niet op academische kwaliteit, want dat is een basisvereiste, maar met name op de vaardigheid om de juridische theorie te vertalen naar de werkvloer of de boardroom. Snel kunnen schakelen, beslissingen durven nemen en adviseren op basis van kennis en ervaring in soortgelijke situaties vraagt om een stevige persoonlijkheid en – heel belangrijk – relativering van het belang van Legal ten opzichte van andere bedrijfsprocessen. Het zijn eerder consultants dan juristen. De absolute top van interim-juristen in Nederland, mensen die je met een CEO in een kamer kunt zetten en die vervolgens met een logistiek manager kunnen sparren, is nu nog relatief klein. Zij zitten eigenlijk ook nooit zonder werk en verzuchten dan ook vaak dat ze in loondienst meer tijd hadden voor vakantie.”

De afgelopen jaren is ook de advocatuur steeds meer de kant van een flexibele schil opgekropen. In de markt voor interim-bedrijfsjuristen heeft dat volgens Bruin geleid tot een toename van met name flexibele inzet op zowel senior associate- als paralegal-niveau. “In de advocatuur wordt de flexibele schil succesvol ingezet bij commodity-achtig werk, dat veel tijd vraagt maar voor de klant geen echte waarde (meer) vertegenwoordigt. Vroeger werden daarvoor jonge, maar nog steeds dure medewerkers ingezet maar klanten accepteren niet meer dat hiervoor reguliere associate-tarieven worden geschreven. Bovendien is het niet goed als dit soort werk een te groot onderdeel vormt van de werkervaring van jonge medewerkers. Grote Nederlandse kantoren zetten daarom ervaren interim bedrijfsjuristen in voor bijvoorbeeld due diligence werk: goede kwaliteit tegen een substantieel lager tarief.”

In de brede onderlaag van interim-bedrijfsjuristen wordt daardoor volgens Regien Haarbosch stevig geconcurreerd op prijs. “Het reguliere interimwerk wordt een commodity, het moet elke keer weer iets goedkoper en vaak wordt er op 5-10 euro prijsverschil in uurtarief een keuze gemaakt. De administratiekantoren die door multinationals worden toegevoegd, uit redenen van efficiëntie en nu ook DBA-bescherming, maken het proces van inhuur vervolgens erg bureaucratisch. De markt, kortom, is volop in verandering.”

Ook Luc van Daele, managing partner bij bedrijfsjuridisch dienstverlener Legadex, ziet een duidelijke trend in de outsourcing van het minder hoogdravende juridische werk bij bedrijven: de drempel om werk buiten de deur weg te zetten verdwijnt. Van Daele: “Bedrijven zijn steeds meer geneigd om onderdelen van hun juridisch werk te outsourcen naar externe dienstverleners die een flexpool beschikbaar stellen. Die tendens van flexibilisering is al langere tijd aan de gang en wij richten ons daarbij niet op de ervaren interimmer, maar op flexibele inzet van junior juristen en paralegals. Het model waarbij bedrijven een vaste flexibele schil hebben van junior juristen en paralegals met kennis van het bedrijf, komt vanuit de Angelsaksische wereld nu ook in Nederland steeds verder op. Outsourcing is in andere disciplines binnen een bedrijf al veel langer heel normaal en legal volgt in dat opzicht gewoon de rest van het bedrijf.”

Het profiel van juristen in zo’n flexibele schil omschrijft Van Daele als ‘corporate’. “Iedereen wil een proactief persoon met behoorlijk wat flexibiliteit en aanpassingsvermogen en dat klinkt logisch, maar menig jurist is nog steeds teveel in zichzelf gekeerd. Opvallend genoeg wordt er steeds meer gelet op competenties in ICT en werkprocessen: iets dat in de opleiding niet of nauwelijks terug komt, maar wel steeds belangrijker wordt geacht.”

Bruin van Voxius ziet in de top van de markt een sterkere vraag naar juristen met een internationaal profiel, aansluitend bij het cross-border karakter van veel werk bij grote bedrijven. “Men zoekt Nederlandse of buitenlandse juristen die in meerdere landen hebben gewerkt en daardoor begrip hebben voor afwijkende zakelijke bedrijfsculturen. Daarnaast is, door de aankomende Europese privacyregelgeving in 2018 veel meer aandacht voor de implementatie van beleid. Compliance gerelateerde projecten komen op. Vaak is dat het voortraject van een vaste functie, waarvoor versneld een basis moet worden ingericht. Dan gaat het niet alleen om het afdichten van bedrijfsrisico’s maar ook het creëren van een nieuwe bedrijfsethiek. Bedrijven willen zich in toenemende mate een eigen maatschappelijk DNA aanmeten en zulke projecten worden zowel met interne als externe juristen uitgerold.”

De grens tussen bedrijfsjurist, extern advocaat of interim-bedrijfsjurist is daarmee aan het vervagen, ziet ook Michiel van Ast, die na een carrière als IT-advocaat en bedrijfsjurist ruim zes jaar interim-opdrachten vervuld heeft voor bedrijven in de telecom en IT-sector. “Het onderscheid tussen wel of niet in dienst wordt steeds minder relevant: het maakt voor bedrijven helemaal niet uit of je op de payroll staat, een eenmanszaak bent of aandeelhouder in een BV. Het gaat om de dienst die je levert en de vorm is ondergeschikt.” Ook de verzamelterm ‘interim-jurist’ lijkt volgens Van Ast zijn langste tijd gehad te hebben. “Het stamt uit de tijd dat zelfstandige juristen vooral fulltime opdrachten vervulden om bijvoorbeeld tijdens een zwangerschap de bezetting op te vullen. Je hopt van opdracht naar opdracht, waarbij het de kunst is enerzijds de opdrachten te laten aansluiten en anderzijds de opdracht te vinden die qua tarief en profiel goed aansluit. Zulke klassieke interim-opdrachten worden natuurlijk nog steeds vervuld, maar met het flexibiliseren van de arbeidsmarkt dienen zich ook allerlei andere vormen aan, bijvoorbeeld in de vorm van zelfstandig gevestigde juristen die flexibel inzetbaar zijn. De klassieke interim-jurist maakt geleidelijk aan plaats voor de ondernemende zelfstandige jurist.”

Van Ast zelf heeft het bestaan als ZZP’er inmiddels ingeruild voor een eigen kantoor, bestaande uit drie zelfstandige juristen. “Geheel in lijn met het vervagen van de grenzen tussen bedrijfsjuristen en advocaten zijn ook wij geen adviseurs of interimmers, maar business-minded juristen tegen een lager tarief dan een advocaat”, aldus Van Ast. “De hoeveelheid werk voor ondernemende en zelfstandige juristen neemt duidelijk toe en als je inhoudelijk scherp, gespecialiseerd en sociaal een beetje handig bent, is er ontzettend veel mooi en zinnig werk te verrichten. De voordelen voor bedrijven zijn evident. Een flexibele schil met top-juristen rondom een compacte kern is vaak efficiënter en per saldo goedkoper dan een breed juridisch team, inclusief full-time interimmer. Dat rekensommetje hebben veel bedrijven allang gemaakt en ik verwacht dat de flexibilisering de komende jaren alleen maar toe gaat nemen.”

Haarbosch, Voxius: “In de praktijk zijn de interim bedrijfsjuristen vaak overgekwalificeerd voor de betreffende opdrachten, omdat de meeste van hen een senior profiel hebben. Hoewel hun zware expertise voor de opdracht sec dan niet nodig is, blijkt meestal dat de interim jurist zijn meerwaarde toch kwijt kan. Bedrijven weten dat een interim-jurist in eerste instantie een dure oplossing lijkt, maar dat tijdelijke inhuur wel efficiënter en kostenbesparend werkt: het is ondoenlijk om alle expertise die mogelijk ooit een keer nodig is te vatten in een profiel voor één of meer vaste FTE’s.” Bruin: “Advocaten worden traditioneel ingezet op de meer academische vragen of wanneer bestuurders toch graag de ‘verzekering’ hebben van het briefpapier van een Zuidasser. De gevraagde competenties van bedrijfsjuristen en advocaten lopen steeds verder uiteen: legal in een onderneming schuift van een klassieke staf-afdeling verder op naar de core business. Het werk van interim-juristen wordt daarmee ook uitdagender en strategischer.”

Dat heeft Gabrielle de Vries de afgelopen tien jaar zeker gemerkt. “Als advocaat arbeidsrecht mag je aan het einde van een reorganisatietraject helpen bij het opstellen van een ontslagbrief. Als bedrijfsjurist, of dat nu vast of interim is, sta je aan de basis van de reorganisatie en kun je vooraf uitdenken hoe je zo’n proces het beste kunt vormgeven. Je denkt mee over het totale plaatje en bent niet meer alleen in je eigen juridische koker bezig. Dat geeft ontzettend veel energie en voldoening.”